Een verhaaltje over stroleem. Simpel als wat, maar een werk van lange adem.
Je voorziet een grote kuip en maakt een mengsel van leem, zand, hennep en water. Na het mixen breng je dat mengsel over in stevige emmers om ze naar de werkplek te brengen. De leem die wij gebruiken is lokaal, pure Neervelpse kwaliteit.
Mixen doen we met een professionele mixer, kwestie van alles goed dooreen te mengen.
Ook nodig: stro, geleverd door de boer van het dorp.
Je mengt een beetje stro in de leem, zodanig dat al het stro omgeven is door leem.
Dit doe je met stevige rubberen handschoenen, kwestie van niet helemaal vol leem te hangen!
Dat mengsel kleef je pakketje per pakketje op de muur, daar waar er oneffenheden zijn. De eerste leemlaag werd immers gespoten en snel geplamuurd. De oneffenheden worden dus bijgewerkt met stroleem. De stroleem wordt als het ware in de muur gemasseerd. Zo maken we de muren zo vlak als mogelijk (en wenselijk).
Lemer Benoît aan het werk!
Het resultaat van een dag lemen. Vlakke(re) muren, die nu weer drogen moeten, dus we laten de ramen open staan.
En hier, lemer nummer 2, Anje. We werken vaak samen nu. Want alleen lemen zorgt voor leemdips. De job gaat immers traag vooruit. En met 2 gaat alles sneller en is het nét iets plezanter. Af en toe een babbelke, af en toe een gesmoorde vloek, af en toe wat technisch advies, af en toe wat commentaar, af en toe een lach. Het leven zoals het is, op een stroleemwerf!