Zomaar een dak, boven wat hoofden. Een snede uit een lied dat ik vroeger wekelijks meezong bij het missen in de kerk. En kijk nu. Zoveel jaren later. Beseffen dat een dak nooit zomaar komt maar dat het veel werk, energie en centen kost. We zijn eraan begonnen in maart en nu zijn we drie maanden verder en eindelijk is het zover. Het dak is AF. Feest want toch echt wel blij dat het achter de rug is. Het was een hele klus en het was niet altijd even simpel om het juiste midden te vinden tussen leven en bouwen. Veel stress want onverwachte hindernissen en misverstanden die eigen zijn aan bouwen en verbouwen. Maar toch ook veel zon, want zie, het is gelukt. We weten nu alles over pannen en nokpannen, goten en bekistingen, pannen leggen en nokpannen opmetsen.
Zicht van ver, de lichtstraat in de zon, de schuur in de stelling
Acht strepen glas die echt wel veel licht schenken binnenin
De kunst van het dichten van de kieren tussen glas en pan
Detail van de dichtingsstrip
Opgemetste nok, kunstwerk van Benoît
Van nok naar lichtstraat
Gladde strook kalkmortel tussen pannen en stenen, ook weer werk van Benoît
De dakgoot, deftig afgewerkt
Alleen de stelling moet nog weg
Voor de dakopbouw in hout en het leggen van de pannen hadden we gelukkig hulp van enkele aannemers die over het nodige materiaal bezaten om ons 11 meter hoge dak deftig in de watten te leggen. Straffe schrijnwerkers en dakwerkers die ruim drie maanden lang op en af naar Neervelp reden. Het was een moeilijke werf, zo zeiden ze toen ze terug vertrokken, maar wel een goeie ervaring. Zo denken wij er ook aan terug. Een moeilijke klus maar een mooi avontuur. En blij dat het achter de rug is. Zo is dat. Het dak is OEF! AF!