Na bijna 18 maanden verbouwen stapelt het bouwmateriaal zich op. De tuinen achter de stalvleugel lagen vol met pannen en stenen. In hopen, wachtend op tijd om gerangschikt en gesorteerd te worden. Ineens bood die tijd zich aan en was er vooral een grote portie energie, noem het die sprieten zonnestraal die de tuin invielen. Lente vraagt om lenteschoonmaak. De hopen overwoekerd door gras en netels om 'u' tegen te zeggen, werden op enkele uren tijd omgetoverd in netjes in rijen en stapels geschikte pannen en stenen en dat, u gelooft het nooit, volgens een welbepaalde logica.
Want er zijn A-pannen, B-pannen, C-pannen en D-pannen. De A-pannen dat zijn de goeie, degene die je durft op je dak te leggen als je 100% zekerheid op droogte wenst. De B-pannen dat zijn de pannen waar de achterkant niet helemaal vrij van barsten en deuken is. Niet bruikbaar voor een huis maar wel voor een bijgebouw, een stalletje of weet ik wat de tijd nog zal verzinnen. De C-pannen zijn pannen zonder neus, zonder ogen en zonder mond en met hier en daar een stuk af. Te goed om weg te doen en dus hopelijk ooit nog te gebruiken. De D-pannen zijn de pannen die in stukken vallen als je er nog maar naar kijkt dus die werp je -oranje als ze zijn- als een basketbal de kruiwagen in.
Hoopjes, van links naar rechts, C-B-A en D in de kruiwagen. Alleen de volleerde kenner ziet het verschil!
Het overwoekeringsgroeisel met wortel en al uitgeroeid!
En dus morgen kan er eindelijk weer gemaaid worden en is de tuin weer toegankelijk voor spelende kinderen en andere zonnekloppers. De zon zou toch schijnen morgen, niet?